Overslaan en naar de inhoud gaan

Een altaartje voor op reis

Schilderijen van vóór de tijd van Jan van Eyck zijn zeldzaam in onze streken. En goed bewaarde meesterwerken van toen zijn er nauwelijks. Deze prachtige, stralende paneeltjes uit ca. 1400 zijn dan ook uitzonderlijk.

Deze paneeltjes zijn geschilderd omstreeks 1380. De fascinatie van verzamelaar Fritz Mayer van den Bergh (1858-1901) voor de Vlaamse primitieven maakte hem tegelijkertijd gevoelig voor werken die dateren uit de voorafgaande stijlperiode, het zogenaamd pre-Eyckiaans realisme. De twee panelen van het ‘Antwerpen-Baltimore vierluik’ met de Geboorte van Jezus en de Verrijzenis met op de versozijde de Heilige Christoffel zijn absolute topstukken uit die tijd. Fritz Mayer van den Bergh verwierf ze in 1898 bij de aankoop van de integrale collectie van Carlo Micheli.

Foto: Ans Brys

Kern van het geloof

Samen met de andere twee luiken, bewaard in de Walters Art Gallery in Baltimore, kan de betekenis van het ensemble gereconstrueerd worden. Aan de voorzijde leest de reeks als volgt: Annunciatie – Geboorte – Kruisdood – Verrijzenis. De scènes brengen de vier kerngedachten van het christelijk geloof in beeld: God is mens geworden, is geboren uit de Maagd Maria, is aan het kruis gestorven en is op de derde dag verrezen uit de dood. Menswording en kruisoffer maken deel uit van het goddelijke heilsplan. Vandaar de aanwezigheid van God de Vader met engelenschare bovenaan in het hemelsegment op de vier luiken. Op de achterzijde is de openbaring van Christus’ goddelijke natuur aan de Heilige Christoffel en aan Sint-Jan-de-Doper voorgesteld.

Luxueus

Gezien de luxueuze en schilderkunstig meesterlijke uitvoering was dit vierluik bestemd voor een welstellende opdrachtgever of koper. Volgens de overlevering komt het ensemble uit het Kartuizerklooster van Champmol nabij Dijon, een stichting van de Bourgondische hertog Philips de Stoute. Waarschijnlijk was Philips zelf de eigenaar en gebruikte hij het tijdens privégebedsmomenten. Mogelijk nam hij het als reisaltaar mee op zijn verplaatsingen. Veertiende- tot vroeg vijftiende-eeuwse kunst is per definitie een internationale aangelegenheid. Kunstenaars waren in die tijd mobiel, hun creaties werden over grote afstanden vervoerd en modelboeken circuleerden in ateliers. Motieven, composities, technieken en stijl werden uitgewisseld en overgenomen. Dit vierluik is van Zuid-Nederlandse of Maas-Rijnlandse makelij. Het is één van de weinig bewaarde voorbeelden van het pre-Eyckiaans realisme.

Amusant karakter

Typisch voor deze periode is het amusant verhalende karakter van het Geboortetafereel. In plaats van naar haar Kind te kijken, richt Maria haar aandacht op Jozef. Laatstgenoemde zit vooraan in de linkerbenedenhoek. Van zijn rechterkous snijdt hij windsels voor het Kind. De schilder verwijst met dit motief naar de relieken van de ‘Jozefshosen’ die in de kathedraal van Aken worden bewaard en vereerd. Jozef, volledig in beslag genomen door de huishoudelijke karwei, wordt hier letterlijk als voedstervader van het Jezuskind geportretteerd. Zonder aureool en in een onderdanige, zorgende rol contrasteert hij met Maria, de hoofdfiguur in het mysterie van de menswording van God.

Foto Ans Brys

Collectie Micheli

Fritz Mayer van den Bergh had een uitgesproken interesse voor middeleeuwse sculpturen. Met de aankoop van de collectie Micheli in 1898, verwierf hij de kern van zijn beeldhouwcollectie. Carlo Micheli werkte in het Louvre waar hij afgietsels in plaaster maakte. Daarnaast verzamelde hij zelf kunst, voornamelijk middeleeuwse beeldhouwwerken van klein formaat. Hij had een neus voor kwaliteit. Bij zijn overlijden was zijn collectie aanzienlijk in waarde toegenomen. Fritz betaalde voor de integrale collectie de riante som van 144.000 fr. Een deel kon hij zelf bekostigen, zijn moeder Henriëtte van den Bergh (1838-1920) investeerde mee en voor het resterende bedrag sloot hij een lening af.

De 451 loten werden in 26 kisten verpakt en door de Franse douane als ‘sans valeur artistique’ gedeclareerd. Fritz wilde eerst een vijftigtal loten behouden. In zijn selectie beperkte hij zich voornamelijk tot de Zuid- Nederlandse kunst uit de gotische periode. De overige werken trachtte hij door te verkopen. Uiteindelijk behield hij ruim 160 kunstwerken, waaronder de twee panelen van het ‘Antwerpen-Baltimore vierluik’, het Torenretabel met Kindheidscyclus, het Mechels huisretabel en het Kerstwiegje.

 

Specificaties

  • Onbekende schilder
  • Twee luiken van het ‘Antwerpen-Baltimorevierluik’, ca. 1400
  • Tempera en olieverf, goud en zilver op eik, 37,9 x 26,5 cm

Meld je aan voor de nieuwsbrief