De Keulse catalogus vermeldt het paneel als een Phantastische Darstellung, Landschaft mit einer grossen Menge Spuckgestalten. Het wordt toegeschreven aan Pieter Brueghel de Jonge, zoon van. Omwille van de uitzonderlijke kwaliteit en de unieke thematiek adviseert kunsthistoricus Max J. Friedländer de directeur van het Keulse museum het aan te kopen. Die heeft geen interesse. Vervolgens brengt Friedländer Fritz op de hoogte van deze buitenkans. Mayer van den Bergh, die een grote fascinatie voor Bruegel heeft, geeft zijn agent de opdracht het werk aan te kopen. De rest is geschiedenis.
Foto: Ans Brys
Identificatie
Net als bij zijn andere aankopen, bestudeert Fritz zijn nieuwe aanwinst. Hij slaagt erin het werk te identificeren als de Dulle Griet van Pieter Bruegel de Oude. Hij baseert zich daarvoor op de vermelding van het schilderij door Karel van Mander in diens Schilder-Boeck van 1604. Van Mander beschreef het als volgt: ‘een “dulle Griet”, die een roof voor de Helle doet, die seer verbijstert siet, en vreemt op zijn schots toeghemaeckt is’.
Vulkanisch schilderij
“Net als een regisseur van horrorfilms probeerde de schilder alle zintuigen aan te spreken om angst op te wekken en tegelijk genot te scheppen,” schrijft de Bruegelbiografe Leen Huet.
Het schilderij toont een fantastische, helse toestand: bizarre ruïnes, hybride monstergedrochten, vechtpartijen, vreemde schepen, een dor gebied, de horizon in een verzengende gloed… In het midden van de chaos springt een buitenproportionele, fanatiek ogende en krachtig voortsnellende vrouw in het oog: Dulle Griet. Ze is geharnast, draagt een zwaard, eetgerei en een geldkist. Dulle Griet is tot de tanden gewapend en ontvlucht met heel haar hebben en houden de brandende stad. Mocht haar zwaard niet toereikend zijn, dan heeft ze nog altijd een koekenpan bij de hand.
Foto: Ans Brys
In haar kielzog gaat een vrouwenmassa soldaten en duivels te lijf. De vrouwen op de brug ranselen monsters en duivels af en binden ze vast op een kussen. Rechtsboven de meute zit een fantastisch wezen in roze en groene mantel gehuld op een dak. Op zijn schouders draagt hij een schuit met daarin enkele figuren die er vechtend en op los lijken te leven. Het personage schept met een lepel muntstukken uit zijn eivormige achterwerk en gooit ze te grabbel.
Foto: Ans Brys
Het tafereel krioelt van soldaten, Boschiaanse monsters en duivelse figuren. In de linkerbenedenhoek is de kopvoeter – met zijn bordje pap – te zien; een uitvinding van Bruegel, die ook al eerder in zijn werk terugkomt. De hel is links in het midden voorgesteld door een hellemond. Het is een soort walvissmoel gevuld met vreemde wezens en dieren, waar Griet zich weinig van aan lijkt te trekken. Achter de hel logt voor de brandende stad een dor, maar uiterst fijn uitgewerkt landschap.
Betekenis?
Net als Fritz verwonderen kunsthistorici zich al decennialang over dit schilderij. Er is al heel wat over geschreven. Vaak zijn het historisch ongegronde theorieën, over de sociale, religieuze of politieke context. Geloofwaardiger is de hypothese van een strijd tussen de seksen. Dulle Griet draagt figuurlijk de broek. Het is niet duidelijk wie de tegenstanders van Griet zijn. Of wat de bedoeling van de overval is. Bruegel verwerkt ook spreekwoorden in de voorstelling en herneemt motieven uit eerdere werken. Elke figuur getuigt van zijn unieke, humoristische beeldtaal. Maar het mysterie over de betekenis van het werk is nog niet ontrafeld.
Restauratie
In het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) in Brussel werd het wereldbefaamde schilderij in 2017 en 2018 onderzocht en gerestaureerd.
Restauratrice Livia Depuydt voor het schilderij
Vroeger stond het schilderij bekend als een duister en grillig landschap met donkerrode lucht en bruine toetsen. Na de restauratie oogt het schilderij veel frisser. De gele vernislagen en latere overschilderingen zijn weg, de originele kleurenpracht is terug. Het kleurenpalet is lichter en gevarieerder en het paneel toont details die lange tijd onzichtbaar waren, zoals de teddybeer, de fijn uitgewerkte helmen en het prachtige landschap op de achtergrond. De penseelstreken van Bruegel en zijn uitzonderlijke schilderstalent zijn opnieuw zichtbaar. Het ruimtelijke gevoel is hersteld en het hele tafereel vertoont veel meer dieptewerking.
Het onderzoek bracht ook enkele opzienbarende ontdekkingen aan het licht. Het toont aan dat Bruegel het woord ‘Dul’ niet als titel op het paneel heeft aangebracht. Deze lusvormige inscripties of krassen zijn later, mogelijk toevallig, aangebracht en zijn ook elders op het schilderij aangetroffen. Ook de datering van het werk is twee jaar bijgesteld. Dankzij de reiniging en het verwijderen van de oude verflagen is 1563 als datering op het schilderij teruggevonden. En niet 1561 zoals eerder werd aangenomen.
Podcast: Een avond met Dulle Griet
Auteur Jeroen Olyslaegers ontving op 1 maart 2019 en 24 januari 2020 telkens vijf bekende gasten in het museum. Muzikant Jan Leyers, actrice Pascale Platel, auteur Gaea Schoeters, radiomaker Koen Fillet, Bruegelexperte Leen Huet, theater- en tv-maker Wim Helsen, fotograaf Michiel Hendryckx, beeldend kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven, Bruegelexperte Tine Meganck en historicus Jan Lampo gingen vóór Bruegels' Dulle Griet in gesprek met Olyslaegers over Dulle Griet. Elk gesprek duurt ongeveer 45 minuten.
U kan de gesprekken hieronder beluisteren. Een avond met Dulle Griet is als podcast ook beschikbaar op de meest courante podcastplatformen.
Editie 2020
Editie 2019
Foto: Ans Brys