Het handschrift bevat gebeden voor alle dagen van het kerkelijke jaar, met een kalender, alle 150 psalmen, een overzicht van de grote christelijke feesten en gebeden voor de heiligen. Het is op kostbaar velijn geschreven. Voor dit soort perkament werden enkel kalfshuiden van de hoogste kwaliteit gebruikt. Met 12 kalenderillustraties, 30 volbladminiaturen, 7 halfbladminiaturen, 20 kleinere miniaturen, 9 gehistorieerde randversieringen, 2 roosvormige tabellen, 149 decoratieve randen, en meer dan duizend initiaalversieringen en regelvullingen is het manuscript bijzonder rijkelijk verlucht.
Het boek is gemaakt in de Zuidelijke Nederlanden, in de Gent-Brugse stijl aan het einde van de vijftiende eeuw. De boekdrukkunst bestond toen al een halve eeuw, maar met de hand versierde boeken bleven geliefd in de hoogste kringen. De beste ateliers werkten eraan mee en ze waren peperduur.
Aan dit manuscript werkten meerdere miniaturisten samen. De Maximiliaanmeester en zijn atelier namen het grootst aantal illustraties voor hun rekening. Ze werden bijgestaan door Gerard Horenbout, Gerard David en de Meester van Jacobus IV van Schotland. De verluchtingen zijn een prachtig voorbeeld van de Gent-Brugse miniatuurkunst. Het uitgesproken naturalisme, de rijke detaillering en het verhalend karakter, zijn typische stijlkenmerken waarmee de miniatuurkunst in de Zuidelijke Nederlanden omstreeks 1470-1560 haar absoluut hoogtepunt bereikte. Opvallend zijn de gelijkenissen met schilderijen op paneel van de Vlaamse primitieven Hugo van der Goes en Gerard David, zelf ook een miniaturist. Wederzijdse beïnvloeding tussen miniaturisten en schilders is evident. Beiden maakten vaak deel uit van dezelfde gilde en wisselden ongetwijfeld motieven en schildertechnieken uit.
Monniken gebruikten een brevier bij hun dagelijkse gebedsstonden. Zij lazen de teksten op welbepaalde uren van de dag en de nacht. Pas later ontstond het lekenbrevier voor privédevotie. Alles wijst erop dat dit prachtige manuscript gemaakt werd voor een lid van de Portugese elite: de rijke decoratie, het voorkomen van voornamelijk in Portugal vereerde heiligen en een Portugese gebruiksaanwijzing voor het berekenen van de paasdatum. Vermoedelijk was Maria van Aragón en Castilië, dochter van de Spaanse koningen Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië de oorspronkelijke eigenares. In 1500 huwde ze de Portugese koning Manuel I. Mogelijk was het een huwelijksgeschenk van haar schoonzus Margaretha van Oostenrijk. De Heilige Margaretha, haar patroonheilige, komt immers tot driemaal toe voor in het handschrift.
Breviarium Mayer van den Bergh, Gent-Brugse school, ca. 1500
- 706 folia, perkament
- Museum Mayer van den Bergh