Als Emil in 1879 sterft, onderbreekt Fritz zijn studies rechten en wijsbegeerte aan de universiteit van Gent om Henriëtte te steunen. Oscar neemt de zaak van zijn vader over.
Fritz trekt terug in bij zijn moeder. Ze delen een passie voor kunst en schoonheid. Fritz wijdt zich aan de studie van die kunst en start met verzamelen. Henriëtte reist met hem door heel Europa en gaat mee naar veilingen, musea en kunsthandelaars.
Soms, wanneer Fritz een belangrijk kunstwerk of een belangrijke verzameling wil aankopen, leent Henriëtte hem geld. In 1898 sluit ze met haar zoon een lening af voor de aankoop van een grote collectie middeleeuwse beelden, schilderijen en kunstobjecten, waar heel wat musea interesse in hebben. De 451 kunstwerken van de overleden kunstverzamelaar Carlo Micheli worden integraal verkocht. Vraagprijs is de riante som 144.000. Fritz is de grote musea te vlug af, zet zijn hele kapitaal en slaagt er dankzij de lening van Henriëtte in om de collectie te verwerven.
In enkele jaren brengt Fritz 3100 kunstvoorwerpen en ongeveer 2500 munten en penningen samen. Al die tijd is Henriëtte de stuwende kracht achter Fritz.