‘De Beste Beeldsnijder’, zo wordt er gerefereerd naar Jan Borman II (de Grote) in een document uit 1511. Deze laatmiddeleeuwse Brusselse beeldhouwer stond aan het hoofd van een druk atelier en werkte zowel voor religieuze opdrachtgevers als voor burgerlijke en vorstelijke klanten. Hij leidde zijn zonen Jan III en Passchier naar zijn voorbeeld op tot minstens even slimme zakenmannen en meesterbeeldhouwers.
M – Museum Leuven brengt de allereerste overzichtstentoonstelling over het fenomeen Borman. Hiervoor geeft het Museum Mayer van den Bergh drie objecten in bruikleen: het centrale deel van een Passieretabel, toegeschreven aan Jan Borreman III en twee anonieme retabelfragmenten: Maria Magdalena onder het kruis en de Begrafenis van Andreas. Alle drie illustreren ze de retabelproductie die het atelier Borman voortbracht. Kenmerkend zijn het verhalend karakter van de in hout gesneden figuurtjes, de realistische en de anekdotische details. Ondanks het feit de fragmenten serieproducten zijn, zijn ze van een uitzonderlijk hoge kwaliteit, rijkelijk verguld en uitermate verfijnd gepolychromeerd.