In deze tentoonstelling staat de verwondering voor het universum in de kunst en het denken van de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd centraal. De mens die opkijkt naar de sterren en zich al eeuwenlang de volgende vragen stelt: wat is de oorsprong van deze wereld, waar kom ik vandaan, wat is mijn plaats in deze onmetelijke kosmos, welke toekomst staat er in de sterren geschreven? Sinds mensenheugenis worden steeds opnieuw antwoorden geformuleerd op deze fundamentele vragen.
In de joods-christelijke traditie is die zoektocht verwoord in het boek Genesis, het Bijbelse scheppingsverhaal dat handelt over de ordening van de kosmos. De zegenende Salvator Mundi – Verlosser van de wereld – houdt het universum letterlijk in zijn linkerhand. De voorstelling verbeeldt zijn heerschappij over de wereld.
Anoniem, Salvator Mundi, Brugge, eind 15de eeuw
In de Grieks-Romeinse mythologie, spelen goden en halfgoden een hoofdrol in het ontstaan en de betekenis van het universum. Voor astrologen waren de planeten de vertegenwoordigers van de wil van de goden. In de stand van de hemellichamen ‘lazen’ ze gebeurtenissen die op til waren. De zes loden plaketten met de personificaties van de zon en de planeten door de renaissance kunstenaar Peter Flötner inspireerden meerdere generaties ambachtslieden en droegen bij tot de verspreiding van deze antieke kosmologie.
Peter Flötner, De personificaties van de zeven planeten: Saturnus, Neurenberg, na 1541