De dubbeltentoonstelling in Parijs en Saint-Omer ging in op de Noord-Europese kunst van rond 1200. Een kunst die balanceert tussen stilering en naturalisme, een stijl die romaans noch gotisch is. Het belang van de eens zo rijkelijk gedecoreerde maar later ontmantelde kloosters wordt in evidentie geplaatst. Ze doen in geen opzicht onder voor de meer bekende gehistoriseerde kerkportalen.
Zo zijn beide zuilbeelden afkomstig uit het klooster Notre-Dame-en-Vaux in Châlons-sur-Marne (verwoest in 1759). De vrouw met stok of tak in de hand, is de weduwe van Sarepta, een oudtestamentische figuur. De gesluierde vrouw, staand op een sokkel van hybridische dieren en met een fakkel of een bloem in de hand is mogelijk een personificatie van Temperantia of Dialectica. Typerend zijn de natuurlijke bewegingen, de realistische lichaamsproporties en de vloeiende draperieën
'Une renaissance. L’art entre Flandre et Champagne, 1150-1250' liep van 05/04 tot en met 30/06/13 in het Musée de l’hôtel Sandelin (Saint-Omer). Daarna liep de tentoonstelling in het Musée de Cluny-musée national du Moyen Âge (Parijs), van 14/04 tot en met 15/07/2013.