Overslaan en naar de inhoud gaan
© Ans Brys

Calvarie met Stichterspaar krijgt kleurenpracht terug

Het monumentale drieluik Calvarie met Stichterspaar van de hand van Quinten Massys (1456/66-1530) wordt gerestaureerd. In het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) in Brussel onderwerpt een team van specialisten het werk aan een grondig onderzoek. Oppervlaktevuil, de gele vernislaag en eerdere retouches zijn inmiddels verwijderd. Het topstuk openbaart zich nu zoals Massys het bedoeld had. 

Landschap van hoge kwaliteit

De restauratoren van het KIK hebben het altaarstuk – dat is geschilderd tussen 1500 en 1520 – de afgelopen weken met veel zorg onder handen genomen. Zo hebben zij het oppervlaktevuil, de vergeelde vernislaag en eerdere retouches van de panelen verwijderd. Het resultaat is een lust voor het oog! Het werk toont opnieuw zijn oorspronkelijke helderheid. Niet alleen de kleuren schitteren weer, ook veel details die vervaagd waren door het vernis zijn terug zichtbaar. Zo vallen er heel wat nieuwe dingen te ontdekken in het landschap op de achtergrond.  Dit decor vol natuur en architectuur loopt door op de drie panelen en blijkt – zonder visuele verstoring door het vernis – van zeer hoge kwaliteit. De landschapsschildering is zelfs vergelijkbaar met die op andere vooraanstaande werken van Massys, zoals het Altaarstuk van het Schrijnwerkersambacht (1511, Antwerpen, KMSKA) en het Sint-Anna Altaarstuk (1509, Brussel, KMSKB).

De hand van de schilder

Zonder vernislaag en eerdere retouches geeft het altaarstuk interessante informatie over de schildertechniek van Massys prijs. Zijn zeer fijne penseelstreken zijn nu zichtbaar met het blote oog. Hier en daar ontdekken we zelfs een vingerafdruk in het verfoppervlak. Daarnaast kunnen we nu zien dat Massys gebruik maakte van een ‘tamponeertechniek’ om de kleuren en texturen van gewaden te intensiveren. Met een deppende beweging bracht hij (of een schilder uit zijn atelier) een gekleurd glacis aan op de gekleurde grondlaag. Het resultaat is een patroon van kleine stipjes, een soort pointillisme avant la lettre.

Veronica wordt Maria

Een ander opvallend detail dat in het oog springt, is de felrode mond van Maria van Egypte, de heilige op het rechterluik. Waarom is haar mond zo rood en zo groot? De wijze waarop dergelijke altaarstukken vervaardigd werden, biedt antwoord. De compositie is eerst op een ondertekening, een soort schets, vastgelegd. Met behulp van Infrarood Reflectografie (IRR) konden de specialisten van het KIK deze ondertekening zichtbaar maken. De meest verrassende ontdekking is dat Maria van Egypte werd geschilderd óver een Heilige Veronica. Deze Heilige Veronica is volledig uitgewerkt op de ondertekening, met haar kenmerkende kapje en lijkwade. Haar mond stond ietsje open, maar voor Maria van Egypte koos Massys voor een gesloten versie. Veronica’s mond werd dan maar overschilderd en opgevuld met een dikke rode penseelstreek.

Nieuw huwelijk of veranderende mode?

Waarom wijzigde Massys de patroonheilige van de schenkster? Misschien stierf de eerste vrouw van de opdrachtgever voor het drieluik werd afgewerkt en hertrouwde de man. In dat geval moest er een nieuwe patroonheilige ten tonele verschijnen. Of werd een eerdere opdracht van het atelier ingetrokken en besloot men om de al beschilderde panelen te hergebruiken? Uiteraard moest Massys dan de patroonheilige van de opdrachtgeefster aanpassen. Het feit dat ook de haarlengte van de opdrachtgever – geknield op het linkerluik – werd veranderd, ondersteunt de tweede hypothese. Werd hier een nieuwe mannelijke opdrachtgever afgebeeld? Of is er hier simpelweg sprake van veranderende mode? Het afwerken van een altaarstuk duurde al gauw enkele jaren. En ook in de zestiende eeuw veranderde de heersende mode aan een snel tempo.

Volgende stappen

De restauratie van het werk verloopt in stappen. In een volgende fase zijn de lijsten aan de beurt. Ook zullen de restauratoren de achterkant van het werk onder de loep nemen. De achterzijde is op dit moment bedekt met een dikke laag was. Vaak werden de achterzijden van de zijluiken beschilderd met eenvoudigere (of minder belangrijke) voorstellingen. Het altaarstuk werd alleen plechtig geopend op zon- en feestdagen. Toeschouwers zagen dus meestal enkel de gesloten luiken. Is dit voor het altaarstuk van Massys ook het geval? Schuilt er onder de waslaag op de achterzijde een schildering? We houden je op de hoogte!

De restauratoren aan het werk

Zeldzaam en onmisbaar

In het najaar van 2023 zal Calvarie met Stichterspaar terugkeren naar Antwerpen. In eerste instantie niet naar Museum Mayer van den Bergh, maar naar het MAS. Het werk zal schitteren in de tijdelijke tentoonstelling Zeldzaam en onmisbaar: 100 topstukken uit Vlaamse collecties (31 oktober 2023 – 25 februari 2024). Deze expo viert de twintigste verjaardag van het Vlaamse topstukkendecreet.

Uitzonderlijk worden 100 van die topstukken uit heel Vlaanderen samengebracht onder één dak. Naast de Calvarie met Stichterspaar zullen daar maar liefst twaalf andere werken uit de collectie van Museum Mayer van den Bergh worden tentoongesteld, waaronder de Christus-Johannesgroep die zich momenteel ook in het KIK bevindt voor restauratie. Dit grote aantal bruiklenen toont de uitzonderlijke kwaliteit van de werken die Fritz bijeen wist te brengen.

Meld je aan voor de nieuwsbrief