Overslaan en naar de inhoud gaan
Calvarie met stichterspaar, Massys in het museum © Ans Brys

Calvarie met Stichterspaar krijgt kleurenpracht terug

Het monumentale drieluik 'Calvarie met Stichterspaar' geschilderd door Quinten Massys (1456/66-1530) is opnieuw te bewonderen in ons museum. Tot eind februari 2024 hing het werk in de succesvolle topstukkenexpo 'Zeldzaam & Onmisbaar' in het MAS in Antwerpen. En daarvoor onderging het een broodnodige restauratie in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) in Brussel. Het topstuk heeft zijn oorspronkelijke kleurenpracht terug en openbaart zich nu zoals Massys het bedoeld had. 

Landschap van hoge kwaliteit

Een gespecialiseerd team van restauratoren heeft het altaarstuk - dat is geschilderd tussen 1500 en 1520 - met veel zorg onder handen genomen. Oppervlaktevuil, de vergeelde vernislaag en eerdere retouches zijn van de panelen verwijderd. Nieuwe retouches zijn zeer voorzichtig en doordacht uitgevoerd. De lijsten zijn gereinigd en hersteld. Het resultaat is een lust voor het oog! Het werk toont opnieuw zijn oorspronkelijke helderheid. Niet alleen de kleuren schitteren weer, ook veel details die vervaagd waren door het vernis zijn terug zichtbaar. Zo vallen er heel wat nieuwe dingen te ontdekken in het landschap op de achtergrond.  Dit decor vol natuur en architectuur loopt door op de drie panelen en blijkt – zonder visuele verstoring door het vernis – van zeer hoge kwaliteit. De landschapsschildering is zelfs vergelijkbaar met die op andere vooraanstaande werken van Massys, zoals het Altaarstuk van het Schrijnwerkersambacht (1511, Antwerpen, KMSKA) en het Sint-Anna Altaarstuk (1509, Brussel, KMSKB).

De hand van de schilder

De restauratie van het altaarstuk vertelt ons veel over de schildertechniek van Massys. Zijn zeer fijne penseelstreken zijn nu zichtbaar met het blote oog. Hier en daar ontdekken we zelfs een vingerafdruk in het verfoppervlak. Daarnaast kunnen we nu zien dat Massys gebruik maakte van een ‘tamponeertechniek’ om de kleuren en texturen van gewaden te intensiveren. Met een deppende beweging bracht hij (of een schilder uit zijn atelier) een gekleurd glacis aan op de gekleurde grondlaag. Het resultaat is een patroon van kleine stipjes, een soort pointillisme avant la lettre.

Veronica wordt Maria

Een ander in het oog springend detail is de felrode mond van Maria van Egypte, de heilige op het rechterluik. Waarom is haar mond zo rood en zo groot? Het antwoord schuilt in de manier waarop Massys en zijn atelier te werk gingen. De schilder legde de compositie van het altaarstuk eerst vast op een ondertekening, een soort schets. Met behulp van Infrarood Reflectografie (IRR) maakten de specialisten van het het KIK deze ondertekening zichtbaar. En ze deden een verrassende ontdekking!  Maria van Egypte werd geschilderd óver een Heilige Veronica. Deze Heilige Veronica is volledig uitgewerkt op de ondertekening, met haar kenmerkende kapje en lijkwade. Haar mond stond ietsje open, maar voor Maria van Egypte koos Massys voor een gesloten versie. Veronica’s mond werd dan maar overschilderd en opgevuld met een dikke rode penseelstreek.

Nieuw huwelijk of veranderende mode?

Waarom Massys de patroonheilige van de schenkster wijzigde, weten we niet. Misschien stierf de eerste vrouw van de opdrachtgever voor het drieluik werd afgewerkt en hertrouwde de man. In dat geval moest er een nieuwe patroonheilige ten tonele verschijnen. Of werd een eerdere opdracht van het atelier ingetrokken en besloot men om de al beschilderde panelen te hergebruiken? Uiteraard moest Massys dan de patroonheilige van de opdrachtgeefster aanpassen. Het feit dat ook de haarlengte van de opdrachtgever – geknield op het linkerluik – werd veranderd, ondersteunt de tweede hypothese. Werd hier een nieuwe mannelijke opdrachtgever afgebeeld? Of is er hier simpelweg sprake van veranderende mode? Het afwerken van een altaarstuk duurde al gauw enkele jaren. En ook in de zestiende eeuw veranderde de heersende mode aan een snel tempo.

Waslaag

De restauratoren hebben niet alleen de voorzijde, maar ook de achterkant van het werk onder de loep genomen. De achterzijden van het luik zijn bedekt met een dikke laag waas. Vaak werden deze panelen beschilderd met eenvoudigere (of minder belangrijke) voorstellingen. Het altaarstuk werd alleen plechtig geopend op zon- en feestdagen. Toeschouwers zagen dus meestal enkel de gesloten luiken. Is dit voor het altaarstuk van Massys ook het geval? Helaas niet. De 'kijkvensters' die de onderzoekers voorzichtig in de waslaag aanbrachten om een onderliggende schildering bloot te leggen, leverden niets op.

De restauratoren aan het werk

 

Terug thuis

In het najaar van 2023 keerde Calvarie met Stichterspaar terug naar Antwerpen. In eerste instantie niet naar Museum Mayer van den Bergh, maar naar het MAS. Het werk schitterde er in de tijdelijke tentoonstelling Zeldzaam en onmisbaar: 100 topstukken uit Vlaamse collecties (31 oktober 2023 – 25 februari 2024). 

Sinds begin maart 2024 is het werk eindelijk terug thuis en in volle glorie en kleurenpracht te bewonderen in het museum.

Meld je aan voor de nieuwsbrief