Bemiddelde ouders
1857. Emil Mayer (1824-1879) huwt met Henriëtte van den Bergh (1838-1920). Hij is afkomstig van de Duitse stad Keulen en leidt in Antwerpen een filiaal van het familiebedrijf. Dat handelt in specerijen en farmaceutische producten. Emil Mayer is in Antwerpen een gekende en zeer succesvolle zakenman. Henriëtte van den Bergh is de dochter van de Antwerpenaar Jan van den Bergh, zakenman, schepen en senator. Ook zij was zeer welgesteld. Dat Fritz Mayer van den Bergh zoveel kunst zal kunnen kopen, heeft uiteraard ook met zijn rijke geboorte te maken.
1879: een keerpunt
Emil Mayer en Henriëtte van den Bergh hebben twee zonen, Fritz en Oscar. Oscar (1859-1913) zal het familiebedrijf voorzetten. In 1879 sterft vader Mayer. Fritz is dan 21 en studeert aan de Gentse universiteit (letteren en wijsbegeerte, en rechten). Hem wacht een baan in de diplomatie of de zakenwereld. Maar hij breekt zijn studies af en gaat bij zijn moeder wonen. Hun band is hecht. Als Fritz Mayer in 1888 in de adelstand wordt verheven, heeft hij haar achternaam bij de zijne laten voegen: Fritz Mayer van den Bergh.’
De jaren 1880: passioneel verzamelen
Fritz Mayer wijdt zich in de jaren 1880 aan zijn grote passie: het verzamelen van kunst, in binnen- en buitenland. Hij is een autodidact en koopt zeer uiteenlopende werken aan, ook gebruiksvoorwerpen. Dat is in die tijd een gewone praktijk bij verzamelaars van ‘oudheden’. Maar Fritz Mayer wordt al snel een expert in textiel en oude munten. Belangrijke numismatische genootschappen vragen hem lid te worden.
1892: een nieuw keerpunt
In 1892 sluit Fritz Mayer van den Bergh een periode af en verkoopt hij het grootste deel van zijn collectie. De veilingcatalogi zijn bewaard in het museumarchief. Daardoor hebben we een goed idee van zijn eerste verzamelperiode. Intussen kent Fritz Mayer van den Bergh de kunstmarkt door en door. Hij heeft ook een uitgebreid netwerk uitgebouwd.
Vanaf 1892: intens aankopen
Vanaf 1892 legt de verzamelaar Fritz Mayer van den Bergh zich vooral toe op de schilder- en de beeldhouwkunst. Maar ook de edelsmeedkunst, glaswerk, porselein enz. genieten zijn belangstelling. Hij heeft een voorkeur (en een neus) voor ‘vergeten’ kunstenaars.
Wat hij koopt, bestudeert hij ook. Het is voor hem een uitdaging een anoniem werk te kunnen toewijzen aan een kunstenaar. Hij reist vaak, onder meer naar Italië. Hij bezoekt ook veel veilingen, onder meer in Parijs, Londen, Keulen...
1898: een belangrijk moment
In 1898 biedt Marie Micheli, dochter van de pas overleden verzamelaar Carlo, in Parijs de collectie van haar vader te koop aan. Ze is goed voor 451 kunstwerken, vooral kleinere middeleeuwse beeldjes. Musea en andere verzamelaars laten dat soort kunst in die tijd vaak links liggen. Al neemt de belangstelling wel toe, en dus ook de prijs.
Bij de aankoop van Micheli’s collectie is Fritz Mayer van den Bergh de grote musea voor. Hij koopt alles, gebruikt daarvoor zijn hele kapitaal en gaat zelfs een lening aan. ‘Sans valeur artistique’ staat er op de kisten die de douane passeren… Mayer zal later zowat 300 objecten verkopen.
1898-1901: laatste hoogtepunt
De laatste drie jaar van zijn leven koopt Fritz Mayer van den Bergh stukken die nu de belangrijkste (en vaak ook duurste) van het museum zijn. Al zijn kwaliteiten komen samen in dit hoogtepunt: durf, netwerking, kennis, zin voor realisme op financieel vlak en natuurlijk de nodige middelen. Ook de buitenwereld erkent hem.
Op 4 mei 1901 komt er een abrupt einde aan het succes. Na een ongeluk bij het paardrijden en na enkele maanden ziekbed, sterft Fritz Mayer van den Bergh. Hij is dan pas 43 en heeft al langer de ambitie een eigen museum in te richten. Zijn moeder zal die droom drie jaar later waarmaken.