Een mysterieus portret
In 1892 kocht Fritz op een veiling in het Noord-Italiaanse Bergamo een portret. Het schilderij werd daar geveild als een portret van Guidobaldo II della Rovere (1514-1574), een 16de-eeuwse hertog van Urbino. Fritz geloofde niet in deze identificatie en besloot zijn eigen onderzoek te starten.
De eerste persoon met wie hij na zijn aankoop contact opnam over dit werk, was de bekende Italiaanse kunsthistoricus Gustavo Frizzoni. De brieven van Fritz aan Frizzoni bleven niet bewaard, de antwoorden die Frizzoni stuurde wel. Hieruit blijkt dat Frizzoni aanvankelijk dacht dat het portret Alfonso II d’Este (1533-1597) afbeeldde, hertog van Ferrara. Hoewel ook deze toeschrijving uiteindelijk niet bleek te kloppen, was Frizzoni duidelijk onder de indruk van het werk. In een latere brief probeerde hij het zelfs van Fritz te kopen.
Nog voor hij van Frizzoni respons kreeg, stuurde Fritz een brief naar een ander belangrijk contact van hem: de kunsthistoricus Wilhelm Bode, op dat moment directeur van de Berlijnse Gemäldegalerie. Bode durfde niet te zeggen wie de geportretteerde was. Hij verwees Fritz door naar een man die hem misschien verder kon helpen: de Zwitser Carl Justi, professor in de kunstgeschiedenis aan de universiteit van Bonn. Justi had net een artikel gepubliceerd over een ander portret van Guidobaldo II. Hij wist meteen wie op het portret stond afgebeeld, want hij kende een kopie van het portret in Wenen. Fritz wist nu met zekerheid wie er op zijn schilderij stond: Francesco I de’Medici (1541-1587) de tweede groothertog van Toscane.
Foto’s en vragen
Fritz’ onderzoek naar het Francesco-portret toont aan hoe breed zijn netwerk in de jaren 1893 en 1894 al was. Hij verzamelde toen nog maar enkele jaren schilderkunst, maar had al contacten met enkele van de belangrijkste experts uit het kunsthistorische veld.
Zijn netwerk gebruikte Fritz niet alleen om te onderzoeken wat hij al gekocht had, maar ook om informatie te krijgen over werken die hij overwoog te kopen. Hij stuurde regelmatig naar experts foto’s van kunst die hem was aangeboden, om na te gaan of iets het aanschaffen waard was. Zo probeerde Fritz zich ervan te verzekeren dat hij alleen werken van zeer hoge kwaliteit kocht.
Slechts een paar van de brieven die Fritz zelf schreef aan zijn internationale contacten bleven in Museum Mayer van den Bergh bewaard. Deze brieven stuurde hij immers naar anderen op. Gelukkig hebben ook Fritz’ contacten zijn brieven bewaard en belandde een aantal ervan in andere archieven. Hierdoor kunnen we ook de brieven nog lezen die Fritz verstuurde, terwijl de antwoorden daarop vaak in het museumarchief zelf bewaard worden. Dankzij de samenwerking met externe archieven krijgen we dus een veel vollediger beeld van de correspondenties die Fritz onderhield.
Een completere kaart
Museum Mayer van den Bergh ging een samenwerking aan met acht instellingen, zowel binnen België als daarbuiten, die brieven van of aan Fritz en Henriëtte bewaren. De stukken worden in het gedigitaliseerde archief beschikbaar gemaakt. De brieven van Fritz aan Bode en Justi zijn hier te raadplegen, en ook zijn correspondentie met de Belgische kunstkenner Henri Hymans, de Zwitserse verzamelaar Heinrich Angst en de Nederlandse goudsmid Jan Brom is in het digitale archief opgenomen, met nog enkele andere contacten. Fritz was duidelijk een zeer internationale verzamelaar, en zowel hij als Henriëtte onderhield een breed netwerk. Hun correspondentie vertelt ons veel over de wijze waarop de museumcollectie tot stand is gekomen. De samenwerking met andere archieven zorgt er bovendien voor dat we die correspondentie nu veel completer in kaart kunnen brengen.
- De Universiteitsbibliotheek Gent bewaart tien brieven van Fritz en Henriëtte Mayer van den Bergh aan kunsthistoricus en universiteitsprofessor Georges Hulin de Loo.
- Het archief en de bibliotheek van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen bewaren 28 brieven van Fritz Mayer van den Berg aan kunsthistoricus Henri Hymans.
- Het Algemeen Rijksarchief Beveren bewaart dertien brieven van de kunsthandelaar Eugène Van Herck aan Fritz en Henriëtte Mayer van den Bergh.
- Het archief van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel bewaart vijf brieven van Fritz Mayer van den Bergh aan Joseph Destrée en Gustave Vermeersch, en drie gerelateerde stukken.
- Het Zentralarchiv van de Staatliche Museen zu Berlin bewaart zes brieven van Fritz Mayer van den Bergh aan museumdirecteur Wilhelm Bode.
- De Universitäts- und Landesbibliothek Bonn bewaart twee brieven van Fritz Mayer van den Bergh aan de kunsthistoricus Carl Justi.
- De Zentralbibliothek Zürich bewaart dertien brieven van Fritz Mayer van den Bergh aan de Zwitserse verzamelaar Heinrich Angst, de eerste directeur van het Landesmuseum Zürich
- Het Katholiek Documentatiecentrum in Nijmegen bewaart elf brieven van Fritz Mayer van den Bergh en twee brieven van Henriëtte van den Bergh aan de Utrechtse edelsmid Jan Brom.