Overslaan en naar de inhoud gaan

Christus-Johannesgroep krijgt makeover

De Christus-Johannesgroep (± 1300) van meester Heinrich von Konstanz, een van de topstukken en grote publiekslieveling van het museum, wordt momenteel onderzocht en gerestaureerd in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) in Brussel. Een team van specialisten heeft het houten beeld van top tot teen onderzocht. Dat heeft een aantal verrassende inzichten opgeleverd. De restauratiebehandeling zal helaas wel langer duren dan verwacht: er is meer onderzoek (en dus meer tijd) nodig om het beeld te reinigen en de gebruikte kleuren – de polychromie – terug tot hun volle recht te laten komen.

Eén blok notelaar

Radiografisch onderzoek bevestigde dat de gehele houtsculptuur werd gesneden uit één blok hout. De notelaar waaruit het beeld gehouwen is, moet dus een flinke boom geweest zijn! En voor veel bezoekers van het museum waarschijnlijk ook een verrassing: het beeld is hol. Wanneer je de sculptuur vanachter bekijkt, zie je een grote holte die door de gebruikelijke opstelling in het museum – Jezus en Johannes zitten met hun rug tegen de muur – niet zichtbaar was. Nagelgaten in het hout geven aan dat deze holte bedekt was met een rugplaat, zoals wel meer voorkwam in de gotische beeldhouwkunst. Ook de verschillende werkinstrumenten van de beeldhouwer lieten hun sporen na: de houtoppervlakte toont dat er gewerkt is met gutsen, raspen en dissels. Je voelt de beeldhouwer haast zwoegen en zweten...

Polychromie in lagen

De polychromie op de Christus-Johannesgroep is typisch gotisch: bladgoud, rood, groen en blauw. De randen van de gewaden van Jezus en Johannes zijn versierd met drie verschillende, zwart geschilderde motieven. Bladgoud werd veel gebruikt op religieuze beelden. Door de weerkaatsing van het licht lijken de beelden zelf licht uit te stralen, wat de devotionele ervaring versterkte. Helaas is bij de Christus-Johannesgroep net de (vergulde) kleurenpracht erg aan slijtage onderhevig. De randen van de vele lacunes tonen hoe de polychromie in meerdere lagen werd opgebouwd. Zo krijgen we een inzicht in het maakproces van de sculptuur.

Zo zien we dat het hout werd voorbereid met doek op de Jezusfiguur en met perkament op de Johannesfiguur. Zij dienden als buffers om de polychromie te beschermen tegen knoesten en de krimp van het drogende hout. Een dikke grondlaag, veelal in meerdere keren aangebracht, egaliseerde vervolgens het doek en het perkament. Het was de perfecte ondergrond voor de vergulding en de meerlagige gekleurde afwerking. De beschildering is vermoedelijk helemaal origineel, al gebeurde er wel een grote overschildering op de troonbank.  Het oorspronkelijk baksteenrood met groen werd hier bedekt met een geschilderde marmer-imitatie met uitgekraste spitsbogen. De datering van deze overschildering is nog onbekend.

Versleten knieën en gezonde blosjes

Naast slijtage van de polychromie vertoont het houten beeld nog heel wat schade. Er is onder meer sprake van houtwormgaten, barsten, lacunes, opstuwingen, verkleuringen en vervuiling. Het beeld is volledig doordrongen van een vettig was-harsmengsel, aangebracht bij een vroegere restauratie in 1951. Er is ook een storende, bruine en half-transparante laag aanwezig die in het verleden werd aangebracht om lacunes en schade te maskeren, maar intussen tal van vlekken geeft.

Op de knieën van Jezus en Johannes is de polychromie volledig verdwenen. Momenteel mag de beeldengroep als kunstvoorwerp in een museum geenszins aangeraakt worden. Eeuwenlang functioneerde de Christus-Johannesgroep echter in een erg levendige cultus waarvan aanrakingen deel uitmaakten. Het is niet ondenkbaar dat de dominicanessen van Sankt Katharinenthal tijdens hun gebed de beeldengroep beroerden (bijvoorbeeld de knieën) om zo hun geloof geestelijk én lichamelijk te beleven. Samen met de schittering van de polychromie moet het een transcendentale ervaring geweest zijn. Een ander merkwaardig detail is dat op de wangen van lacunes of slijtage geen sprake is: Jezus en Johannes hebben nog altijd een gezonde en egaal roze blos.

Meer tijd nodig

Het restauratieproces verloopt stapsgewijs. Om het beeld zo veel mogelijk haar oorspronkelijke glorie terug te geven, is verder onderzoek nodig. Zo moet het restauratieteam op zoek naar een geschikte reinigingsmethode. De zeer kwetsbare polychromie en de aard van de schade maken de behandeling een lastige en delicate onderneming. Hierdoor zal de restauratie nog niet zijn afgerond tegen de opening van de expo Zeldzaam en onmisbaar in oktober in het MAS waar het beeld wordt tentoongesteld.

Zeldzaam en onmisbaar

In het najaar van 2023 zal de Christus-Johannesgroep terugkeren naar Antwerpen. In eerste instantie niet naar Museum Mayer van den Bergh, maar naar het MAS. Het werk zal schitteren in de tijdelijke tentoonstelling Zeldzaam en onmisbaar: 100 topstukken uit Vlaamse collecties (31 oktober 2023 – 25 februari 2024). Deze expo viert de twintigste verjaardag van het Vlaamse topstukkendecreet.

Uitzonderlijk worden 100 van die topstukken uit heel Vlaanderen samengebracht onder één dak. Naast de Christus-Johannesgroep zullen daar maar liefst twaalf andere werken uit de collectie van Museum Mayer van den Bergh worden tentoongesteld, waaronder de Calvarietriptiek van Quinten Massys die zich momenteel ook in het KIK bevindt voor restauratie. Dit grote aantal toont de uitzonderlijke kwaliteit van de werken die Fritz bijeen wist te brengen.

Meld je aan voor de nieuwsbrief